‘Een weekje Nkuringo overleefd’, zouden we het zo mogen
stellen? Ik kan je alleszins zeggen, het
was weer een echt Nkuringo-weekje. Dit
is nu, laat me even nadenken, de 6de keer dat ik hier ben in functie
van de School of Mercy, en dus niet als toerist of als muzungu zoals ze ons
blanken hier noemen. Als ik door het
dorp loop, dan hoor ik Sophia of Mahoro, dus je zou kunnen zeggen dat ik
geïntegreerd ben. Maar dat kan ik alleen
maar ten stelligste ontkennen. Ook al
zou ik hier blijven voor een lange tijd, mijn cultuur en hun cultuur zijn zo
verschillend. Dit was me ook weer
tijdens dit bezoek heel duidelijk.
Ik zou de mensen hier in Nkuringo kunnen veroordelen als ‘naïef’en
‘onwetend’, als ‘dom’ en ‘bijgelovig’, maar dat mogen we niet doen, want als je
nauwelijks een kans op onderwijs gekregen hebt, als je niet weet hoe de wereld
er buiten je dorp uitziet, dan mogen we alleen maar onszelf als de gelukkigen beschouwen.
Als ik bij de vrouwen in klas zit, krijg ik nogal vaak vragen over
hoe het gezinsleven bij ons is. En dat
vinden ze allemaal zo raar, zo vreemd.
Bijvoorbeeld, wij zitten samen aan tafel om te eten. Allé ja, dat is
toch in onze meeste gezinnen de bedoeling.
Dat gebeurd in Nkuringo niet, want ten eerste hebben ze veelal geen
tafel, en ten tweede de man des huizes eet
eerst, daarna de kinderen, en de vrouw eet het laatst.
De vrouwen schudden dan altijd onbegrijpend met hun hoofd, zo van
‘hoe is het mogelijk’. Maar ook ik doe
dit vaak. Zo ook gisteren in de kerk,
daar zie ik één van de meisjes die ik nog geen 3 jaar geleden in het 6de
leerjaar Engels les gegeven heb, met een baby in haar armen. Ik dacht bij mezelf, de baby kan niet van
haar zijn, ze is nog maar 16 jaar. Maar
toen ik haar na de viering aansprak, bevestigde ze mij, met een heel grote
glimlach, dat dit ‘haar’ baby is. En dat
vinden ze hier de normaalste zaak van de wereld. Dan sta ik inderdaad met mijn hoofd vol
onbegrip te schudden.
De boodschap hier voor mij is; niet veroordelen, respecteer hun
leefwereld, en ergens onderweg zullen we elkaar wel vinden.
Neem nu Titus en Lovence, 6 jaar en 12 jaar, eten vandaag mee met
ons aan tafel. Titus gaat er volledig
voor, eten met mes en vork, ook al is het een gevecht met het taai geitenvlees. Lovence daarentegen vraagt mij heel beleefd
of ze met haar handen mag eten.
Natuurlijk mag ze dat. Zo is het
ook voor ons, als we ergens in een nieuwe omgeving komen, kan de één zich al
gemakkelijker aanpassen dan de ander.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten