maandag 29 januari 2018

Gulu

Misschien zegt de naam 'Gulu' sommigen van jullie iets.
Of toch zeker als je de boeken gelezen hebt over de kindsoldaten in Uganda.
Ja, de stad Gulu, net zoals Lira, zijn steden waar het in de tijd van Kony helemaal niet meer veilig was.
Je merkt ook heel duidelijk, hier in het noorden van Uganda, dat er veel minder mensen wonen.  Velen zijn toen gevlucht.
Maar je ziet dat de wegen worden aangelegd, en dat de mensen terug komen.

Ik zie wel twee duidelijke verschillen.
Aan de ene kant zie je dat de stad groeit, en de mensen veranderen ook mee.  Dit is voor mij de eerste keer dat ik hier in Uganda vrouwen op de fiets zie.  Ook zijn de mensen, ondanks het traumatische verleden van dit gebied, open en vriendelijk.  Ik zou zelfs durven zeggen, opener dan in Kisoro.  De mensen zijn zowel naar mij toe, als naar Kato (die Rwandees is) heel behulpzaam, en ze geven ons alle informatie die we vragen.  In welke taal?  In het Engels.  Want het lokaal dialect dat ze hier spreken, is zelfs voor Kato onverstaanbaar.  Ze spreken hier met totaal andere klanken dan in het zuiden.  Misschien een beetje te vergelijken met de West-Vlamingen en de Antwerpenaren?

En een ander groot verschil is hoe de mensen buiten de stad wonen.  Zij wonen nog in hutten, gemaakt van modder (aangestampt met de voeten) en als dak wordt er riet gebruikt.



Zijn deze mensen arm?, vraag ik aan Kato.
Dat weet je zo niet, dat kan je enkel zien aan de grote van hun kudde vee.

Een tijdje later zien we een jongen van ongeveer 14 jaar, in versleten kleren, een grote kudde geiten hoeden, waarvan sommigen een bel aan de nek hangen hebben.  En Kato zegt mij, 'de eigenaar van deze kudde is rijk'.
Hoe weet je dat?
Omwille van de bellen.  Dit is één kudde.  En de eigenaar maakt hiermee ook duidelijk, dit is 'mijn kudde'.  En het gaat hier niet over de jongen in de versleten kleren, die zal ook maar een armzalig loontje krijgen om deze kudde te hoeden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten