Het weer was héél de nacht onrustig, en hier waait de wind zelfs door mijn kamer. Zodoende ben ik vroeg uit de veren om koffie te maken, maar vooral om in te pakken.
Ik heb de vrouwen van Mbabazi's School belooft dat ik nog naar de mis kom en pas daarna vertrek. Ik zie dan ook veel blije gezichten als ik de kerk binnen kom.
Op het einde van de viering spreekt de diaken Donaat mij aan
in de kerk. Hij bedankt mij voor alles
wat ik gedaan heb voor de gemeenschap.
Hij vraagt mij naar voren te komen en nog een dankwoordje te
zeggen. Oeps, dit had helemaal niet
verwacht. ‘Webalé kussima’, en ‘ik zal
jullie missen’, en ‘jullie zullen altijd in mijn hart zijn’, en ‘never give
up’. Veel meer weet ik op die moment
niet te zeggen. Maar ik zie wel veel
lachende gezichten en Joanne met tranen in haar ogen.
In de kerk komt kleine Joshua bij mij zitten. Een tijdje later komt ook Titus bij mij
zitten. En als ik naar buiten kom, voel
ik ineens een ander handje in mijn hand, kleine Darius. Oh my God, wat ga ik deze kleine jongens
missen. Het zijn zo’n lieve schatten.
Ik neem Titus met mij mee naar Albertine, en
Rosaria komt ook mee, zodat ik de kleren kan geven.
We krijgen ook bezoek van Precious. Ze heeft een grote taart mee, van Chegar & Florence. Chegar heeft haar opgedragen deze naar Mahoro
te brengen en dan te vragen aan Mahoro om deze samen op te eten. Dit doen we dan ook. Ik snijd de taart aan, en al de kinderen van
Singing Gorilla komen aanschuiven. Dit
vind ik super van Chegar, want zo heb ik ook nog eens de kans om samen te zijn
met enkele van deze kinderen die ik toch al lang ken. Zoals de kinderen van Fausta en Joanne. Door Fausta haar competitief gedrag naar de
school van Mercy toe, voel ik dat ook deze kinderen afstand van mij genomen
hebben. Spijtig! Kleine Patricki staat
mij altijd met zijn grote ogen aan te kijken.
Je ziet hem duidelijk denken ‘ik begrijp er niets van’.
Ondertussen, tussen alles door, zijn Blossom en ik
er in geslaagd om nog een lekkere lunch te maken met noedels. Ook Charity en Presca komen mee lunchen. En we vragen ook Brenda erbij, want we hebben
een nickname voor Blossom. Vanaf nu
krijgt Blossom de naam 'Mutesi' dat
betekend ‘een goed hart’, ‘gevoelig’, ‘vergevingsgezind’. Ik zie Demas langskomen, en roep hem erbij,
zodoende zullen ze vanaf morgen Blossom in het HealthCenter ‘Mutesi’ noemen. I
Nog een paar goeie knuffels, en dan vertrekken
we. We rijden door het TradeCenter, en ik zie nog veel
bekende gezichten die me uitzwaaien. Dit
maakt het wel moeilijker voor mij. Het
is altijd alsof er hier altijd iemand mijn hart moet breken als ik vertrek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten