woensdag 9 augustus 2017

Op bezoek bij Topista



Rond de middag zegt Kato, ‘we have to go, if you want to go to School’.  ‘But there is no school today.’ We hebben dus heel de dag tijd.  ‘Oh’, zegt Kato’, ‘then lets go and visit Annamarya’.  ‘Okay!’.

We wandelen naar beneden, richting Kashasha-river.  Dezelfde wandeling die we in februari gedaan hebben samen met Chris en Collin.  Nu hoeven we niet helemaal naar beneden.  Maar als we aan het huisje van Annamarya komen, niemand thuis.  We gaan langs bij Topista, niemand thuis.  Kato vraagt wat rond of iemand weet waar ze zijn, maar niemand weet het.  Zodoende vertrekken we weer, terug omhoog.   
Tijdens onze klim, begint het goed te regenen, zelfs te onweren.  Kato die wilde doorgaan, maar ik niet, ik ben blij dat we geschuild hebben, want het heeft zelfs gehageld.  Even later, in de stromende regen, zien we Topista op ons afkomen. De kinderen die we tegenkwamen, gingen blijkbaar iedereen vertellen dat er Bazungu aan haar deur geweest waren. ‘Bazungu?’ ‘Yes, a white one and a black one.’ Ze vermoedde al dat wij het waren, en ze was dan ook heel blij om ons nog te vinden.

Als het onweer gepasseerd is, gaan we terug naar beneden.  Het wandelpad is veranderd in een stromend riviertje.  We wandelen, glijden naar beneden, ik in mijn sandalen, Kato op z’n slippers, dit is een waar modder-voetbad.

Als we in Topista haar huisje komen, zijn we goed nat.  Ik krijg een droge doek om mij warm te houden.  Gelukkig heb ik nog een droog T-shirt in m’n rugzak zitten. 

Annamarya is ondertussen ook thuis gekomen.  Ze waren helemaal beneden, samen met andere mensen, bij de bufferzone, om de baboons weg te jagen, die hun oogst komen op eten.





Topista en Annamarya maken ‘porrage’ voor ons, om ons op te warmen en aan te sterken.  Ze vermaalt / plet eerst de soghum met een steen (door te wrijven, lijkt mij niet simpel), en daarna wordt er water toegevoegd en gekookt.  Dit is een stevig papje.  Ook krijgen we super lekkere kleine banaantjes.  We zijn zeker weer aangesterkt. 



Als we vertrekken, krijgen we nog matoke-bananen mee, en verse eitjes.  Dit zijn twee lieve en dankbare vrouwen.  Dank jullie wel!  Ongelooflijk hoeveel bananen ik hier eet, en ik blijf ze lekker vinden, alle soorten.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten