In de namiddag rijden we naar de grens met
Congo. Grappig, aan de kant van Uganda
zie je ‘hutjes’ staan die dienen als buro voor de douane. Aan de kant van Congo zie je mooie gebouwtjes
staan. Tja, en het is dan nog Uganda die
de brug moet betalen, de brug over de rivier die als grens functioneert, de
brug die eigenlijk in niemandsland ligt.
Daardoor dat ze geen geld meer overhebben voor een mooi douanekantoor.
Aan de grens zelf mag ik geen foto's nemen. Spionage?
In het dichts nabijgelegen dorp, in Uganda, is het
markt. Een markt waar zowel ugandesen
als congolezen naar toe komen. Er hangt
wel een verschrikkelijk geurtje, een visgeur.
Dit verwonderd mij want we zijn hier helemaal niet in de nabijheid van
een rivier of een meer. En dan zie ik
waar de geur vandaan komt! Een echte vismarkt! Maar wat voor een vismarkt. Grote vissen, ’t is te zeggen, dit waren
grote vissen, waar de filet van afgehaald is.
De eigenlijke visvangst vindt plaats aan Lake Victoria. De filet, die wordt verpakt, ingevroren en uitgevoerd naar ... ja, o.a. Europa. De rest, dat is de volledige visgraat met
staart en kop, komt in grote hoeveelheden naar hier, en wordt hier op de markt
verkocht. De mensen koken dit en
vermalen dit dan met kasava.
Ik had graag een foto getrokken, maar Kato raadt
mij dit af, want dan zullen ze geld komen vragen. En ze zien hier zelden of
nooit een muzungu, ik sta dus al volop in de kijker. Als we mini-bananen-pannenkoekjes kopen,
krijg ik toch nog de kans om stiekem een foto te nemen van een vrouw met een
bassin vol vis op haar hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten